“The last dance”

“If you can meet with Triumph and Disaster / and treat those two impostors just the same”

Teamfoto Hurley JA2 op Kromhouters in Tiel (2002-2003)

Een zooitje ongeregeld was het. Hockeyjochies van 15/16 jaar, gierend van de hormonen, gezegend met enig talent. Het was de uitdaging om ze richting een verenigd doel te krijgen, het liefste dat van de tegenstander. Maar ook om op individueel niveau er het beste uit te persen. Grotendeels op het hockeyveld, soms er naast. Het mooiste aspect van een hockeyseizoen wordt bewaard voor het laatst: de toernooien. Na afloop is de toezegging voor nog een seizoen makkelijk gedaan. Zo werd de route JB3, JB2, JA2, JA2. Sommige van die gasten werden vrienden, een enkeling is dat nog steeds.

Teamfoto Hurley MA1 (2006-2007)

Nadien kriebelde de ambitie, een jaar als assistent bij de JB1, gevolgd door twee jaar MA1 samen met Janiek Braaksma. Een andere populatie, meisjes van 17-18. Inmiddels zelf ook al ouder (en wijzer). Doelstelling hetzelfde. Het blijft magisch om iets uit te leggen, te trainen, toe te (laten) passen en vervolgens het beoogde effect te bereiken. Maar bovenal de wederzijdse erkenning van een ‘job well done’. Positieve bekrachtiging. Dingen doen die als onmogelijk worden beschouwd. Een wedstrijd tegen de grote buurvrouw AHBC (inclusief meerdere latere internationals) gelijkspelen, en zo indirect plaatsing voor het IDC te bereiken. De trots bij die meisjes, onbetaalbaar.

Teamfoto Hurley D2 (2007-2008)

Toen de dames. Voormalig hoofdklassespeelsters. Van mijn leeftijd (en ouder). Na enige bedenktijd en onderhandelen (want mijn eigen wedstrijden mochten er niet of zo min mogelijk onder lijden) akkoord met de aanstelling als trainer/coach van D2. Weer een andere populatie. Minder op (verondersteld) gezag, nog meer op inhoud. Voordeel was dat er in grote mate al een topsport mentaliteit heerste. Iedereen wilde presteren, dus gezeik werd ook onderling niet getolereerd. En eventuele frustraties werden – relatief bezien zeker – direct uitgesproken. Toch was er iets ongrijpbaars, soms werd tegen alle verwachting het niveau geenszins benaderd (of omgekeerd). Wisselvallig is misschien wel het juiste woord.

Dat jaar waren de prestaties van H2 en H3 wel constant. Onder de maat welteverstaan; H2 degradeerde, H3 eindigde nét boven de streep. Er moest wat veranderen. Op een doordeweekse avond werd in de bestuurskamer een plannetje gesmeed. Het recept: oude glorie en nieuw elan. Nekken werden uitgestoken, toezeggingen werden gedaan. Waaronder die van mij. Trainer/coach van Hurley H2, redelijkerwijs het hoogst haalbare ambt van mijn coachcarrière. Selectietraining werd opengesteld voor eenieder met ambities, bij voorkeur in combinatie met techniek en toewijding. Halverwege de training al door de oefenstof, dit was andere koek. Gelukkig wint de partijvorm altijd. Daarbij een niet te onderschatten neventaak als ‘dedicated scheidsrechter’, met als voornaamste rol conflictbeheersing.

Het eerste seizoen van H2 was eentje van opbouw. Techniek hoefde niet aangeleerd noch bijgeschaafd te worden; deze gasten konden een bal stoppen en slaan. Sterker nog, allen waren betere hockeyers dan ik, in elk facet van het spel. Mijn rol was het faciliteren, het begeleiden, en bovenal het transparant handhaven. Teamafspraken werden grotendeels in overleg gemaakt (bottom-up), maar in de acute setting (i.e., training, wedstrijd) zonder tegenspraak gehandhaafd (top-down). Nadien was er uiteraard wel weer de mogelijkheid tot evaluatie.

Soms leidde dit tot ongenoegen. Zoals de ene wedstrijd op en tegen Pinoké waar een aantal dragende spelers die week niet hadden getraind. Puntverlies uit principe. Individuele agenda’s versus het teambelang; lange termijn boven de korte termijn. Regels stellen én naleven, ook al konden sommigen zich daar niet altijd in vinden. Toen het kampioenschap eenmaal uit het vizier was geraakt, de teugels enigszins laten vieren. Pro diagnosi. Het essentiële belang van discipline werd bevestigd, net als enkele keuzes ten aanzien van de invulling van de selectie van het seizoen nadien. Geëindigd als 5e, het linkerrijtje. Aangezien mijn beoogde maatschappelijke carrière een bijbaantje als trainer/coach steeds lastiger maakte, zou het volgend seizoen mijn laatste zijn.

Teamfoto Hurley H2 (2009-2010)

Eén van de lastigste keuzes was het afvallen van Basten Pels. Clubjongen puur sang, hart van goud, altijd inzet. Echter, als logisch gevolg van het voorgaande, als positief ervaren, seizoen was het aanbod van beschikbare spelers nóg beter. Door de ontgroening misten we de eerste wedstrijd echter een aantal man, dus toch Basten gevraagd om in te vallen. Zo geschiedde, uiteraard scoorde hij. De eerste zes wedstrijden geen tegengoal. De zevende wedstrijd op en tegen nota bene concurrent Bloemendaal miste plots het centrale blok achterin (Sulkers/Becht). De enige verliespartij van dat seizoen was direct een feit.

Sowieso moest er met regelmatig wisselende samenstellingen gespeeld worden. Onze prestaties zorgen er voor dat H1 af en toe een speler leende, maar ook omgekeerd, dat spelers vanuit H1 graag met ons mee wilden doen. Om toch een vast kader, consistentie, stabiliteit te creëren, ging de trukendoos open. Of beter, de Powerpoint. Gebruikmakende van video die iedere week getrouw door het broertje van Joost van Lieshoud werd gemaakt en de wedstrijdfoto’s van Kees Boelhouwer, werd iedere voorbespreking middels een presentatie via de beamer gedaan. Pure overkill. Maar wel leuk. Iedere week een quote, iedere week een geintje. Dat er veel werk aan vooraf ging, was voor iedereen duidelijk. Wellicht mede daardoor altijd een positieve ‘vibe’ richting de wedstrijd. Pieterjan heeft een keer vanuit zijn ziektebed integraal mee kunnen kijken, tot groot genoegen van iedereen. Vanuit H1 kwamen de grapjes over de Powerpoints met een toch wel nieuwsgierige ondertoon.

De traditionele - maar niet geheel vrijwillige - duik in de moddersloot

Peter Hijlkema riep na de tweede wedstrijd al dat we kampioen gingen worden. Tijdens trainingen in de stromende regen, of na slaande ruzies tussen Rick en Baak (incident) of tussen Bentum en Collewijn (consequent) werd eens te meer uitgesproken dat dit afzien tot kampioenen maakt. Na een cluster van meerdere gewonnen wedstrijden werd – met voorbedachte rade – meermaals een oefenwedstrijd tegen een eersteklasser ingepland. Technisch minder, qua inzet en organisatie vaak beter. Eergevoel maakte dat er na een dergelijke verliespartij op zondag een scherp en gemotiveerd team stond. Enkele malen door het oog van de naald, het meest memorabel de thuiswedstrijd tegen concurrent Bloemendaal. Uiteindelijk de kampioenswedstrijd in het Wagener Stadion. Niet vol, wel gevuld. Tegen de regerend kampioen werden wij in de laatste wedstrijd kampioen, met maar 7 verliespunten. Op Hurley was TD. Het had niet beter gepland kunnen worden. De duik in de moddersloot een traditie.

De schaal, de medailles, en de kampioensbroeken

Als gedoodverfde favoriet naar het landskampioenschap. Immers, wij hadden vier teams met spelers met Olympisch eremetaal onder ons gehouden. Ter voorbereiding een oefenwedstrijd tegen Kampong H1 gepland. Deze stond echter zo kort op de finaledag gepland, dat ik deze alsnog (schoorvoetend) heb af moeten zeggen. Beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald. Jeugdspeler Mark Weber en reservekeeper Jan-Willem van Strien werden aan de selectie toegevoegd, als beloning voor de inzet gedurende het seizoen. Ook Pieterjan kon, zij het op beperkte kracht, weer een stick vasthouden en was erbij.

Nijmegen. Drie wedstrijden van 2×15 minuten. Het zou toch niet dat… Hoewel de tegenstanders zich allen gedisciplineerd op eigen helft ingroeven, lukte het toch om binnen dit korte tijdsbestek in ieder geval eenmaal te scoren. Nadien een finale van wederom 2×15 minuten. Eénrichtingsverkeer. Mijn laatste officiële wedstrijd als coach. Winnend. Champagne, sigaren, en kampioensbroeken.

Hoewel de ‘reis’ zeker belangrijker is dan de ‘bestemming’, gaat een dergelijke duiding slechts op als het beoogd eindpunt uiteindelijk wordt behaald. Tuurlijk, de grote hoeveelheid plezier (en ook wat leed) is niet afhankelijk van het resultaat. Maar de gouden rand maakt dat er met een nét iets grotere glimlach wordt teruggekeken op een weekendje Winterberg (inclusief ad hoc verkleedfeestje), op de eigenaardigheden (positief en negatief) van enkele spelers, op de eerdergenoemde Powerpointpresentaties. Het maakt tevens dat ik mijn coachcarrière op het hoogtepunt heb af kunnen sluiten.

Maar het allerbelangrijkste dat ik er aan heb overgehouden, zijn de vriendschappen tot op de dag van vandaag (bijna 15 jaar later).